Alpaca hengsten zijn vaak zeer agressief onder elkaar en kunnen dan niet samen de wei of stal in. Ook alpaca merries hebben hun nukken vooral als ze drachtig zijn. Ze gunnen elkaar het voer soms niet. Ze bespuwen elkaar wel eens. De liefste alpaca’s zijn altijd de jonge dieren en de tijdig gecastreerde hengsten (ruinen). Bij alle oudere dieren hoort meestal een handleiding.
Als niet alpaca maar mens zijnde kun je wel in de kuddes geaccepteerd worden. Dat gaat over bergen en dalen. We geven onze dieren eten uit een emmertje iedereen de brokjes die ze nodig hebben. Niemand komt te kort. Geen beest krijgt te veel. Dat is wel iedere dag opletten en regelen.
Sommige alpaca’s blijven hun leven lang lief. Ruinen die in hun prille jeugd aan mensen gewend zijn geworden blijven meestal hun hele leven lief naar mensen toe. Merries ook als ze niet drachtig zijn. Als een alpaca merrie drachtig is dan wil ze absoluut niet nog eens gedekt worden. Je kunt haar van voren benaderen en knuffelen. Je moet niet aan haar rug of kont komen. Dan denk denkt ze dat je een hengst bent en probeert ze je weg te spuwen. Er zijn ook alpaca merries die het verschil tussen een hengst en een mens wel zien en die kun je gewoon overal aaien. Als je de moeite neemt om het beestje te begrijpen dan gaat het altijd goed.
Tip: De alpaca wil graag zien wat je doet. Begin met het dier van voren te aaien. Niet boven op zijn kop. Ga voor hem/haar staan of zitten en begin met hem onder de kin en over de nek te aaien.
Bij Bamby Alpaca Farm hebben we lieve aaibare alpaca’s. Er is geen verkeerde bij maar bij ieder dier is een aparte handleiding.